Kunstgeschiedenis Tekstanalyse.
Naam: Eline Stevens.
Klas: 1B DBKV
Datum: 16-10-2009
Docent: Peter Smeeds
Opdracht:
Kies een afbeelding uit hoofdstuk 4 en 5. Goed naar deze afbeelding kijken en hierover schrijven. Vervolgens de tekst lezen die bij de afbeelding hoort en woorden aanstrepen die je niet snapt en deze opzoeken.
Ik heb uit hoofdstuk 4 de afbeelding 4.9 gekozen. Omdat afbeelding 4.8 hier ook bij hoort heb ik deze hier een beetje bij betrokken.
Eigen geschreven stuk over de afbeelding 4.9.
Deze afbeelding ( 4.9 ) geeft de Archaïsch beeldhouwkunst weer. Op deze afbeelding is een Kouros weergegeven. Kouros is een term die word gebruikt om een type beeldhouwwerk uit de Oudgriekse beeldhouwkunst weer te geven.
Het woord Kouros betekend jonge man, deze beelden werden naakt afgebeeld omdat de man in deze tijd als belangrijkst werd beschouwd van beide geslachten. Hierdoor werd ook het ideale beeld voor de man vastgesteld. De juiste verhoudingen werden in de beelden verwerkt.
De tijd waarin deze beelden werden geboetseerd heet de Archaïsche tijd. Dit is de periode van ongeveer 800 tot 400 voor Christus. Dit zijn de eerste beelden van de Griekse cultuur. De beelden worden gebruikt om heilige te vereren.
De kouros is te herkennen aan zijn mannelijk naakt en aan de haren die achterover zijn gevlochten met kralen er in. De kouros heeft altijd de zelfde gezichtsuitdrukking, namelijk een glimlach. Ze hebben een loop houding, maar zijn voor de rest erg stijfjes. De kouros werd officieel gemaakt uit hout, maar later werd dit vervangen door marmer. Sommige wetenschappers denken dat de beelden werden beschilderd.
Naast de Kouros bestaat er ook de Koré ( 4.8 ). Dit is de vrouwelijke versie van het beeld. Zij heeft net als de Kouros de zelfde gelaatsuitdrukking, een glimlach. De haren zijn naar achter gevlochten, maar in tegenstelling tot de naakte Kouros draagt de Koré een gewaad. Op deze gewaden zijn nog verfresten te vinden, gouden vlakken zijn nog te zien op de gewaden.
De woorden die ik heb opgezocht:
Fenicische alfabet: Het Fenicische alfabet is een alfabet dat werd gebuikt door de Fenisciers. De Fenisciers is een cultuur dat tussen 1500 en 400 voor Christus de belangrijkste zeevaarders een handelaars waren van de middellandse zee. Het alfabet werd gebruikt om daarmee hun taal weer te geven. Het is minsten 300 jaar oud. Het Griekse alfabet is hier van afgeleid.
Helladische: De Helladische of Myceense beschaving was een belangrijke cultuur in Griekenland.
Citadel: vestiging stad.
Poëtische epigrammen: een kort bondig gedicht met een woordspeling.
Factorij: Een kleine nederzetting van waaruit handel werd gedreven.
Animisme: godsdienst die aan alles een ziel of magische kracht toekent.
Naturalistische stijl: is een stroming die de wereld als een natuurlijk beschouwd.
Symbiose: Het tot elkanders voordeel samenleven van verschillenden organisme is het dieren en planten rijk.
Terracotta: onverglaasd aardewerk. (bruinrood) .
Bronnen: www.Wikipedia.nl Krammers Nederland woordenboek.
Opdrachten:
Heeft de tekst geholpen bij het begrijpen van de afbeelding?
De tekst heeft mijn meer te weten laten komen over de verschillenden details. Het gedeelte wat ik zelf wist is in dit boek meer getailleerd weergegeven. Dit zorgt ervoor dat ik het gene wat ik zelf al een beetje wist, meer in een verhaallijn kan plaatsen. Ook begrijp ik nu wat er voor de Kouros en Koré gebeurden en waardoor deze beelden op die manier zijn gebeeldhouwd. Door het boek begrijp ik ook meer van de samenleving van de Archaïsche tijd. De verschillenden begrippen die ik heb moeten opzoeken hebben hierbij geholpen.
Ja de tekst heeft geholpen bij het begrijpen van de afbeelding. Ik begrijp nu beter waardoor, waarom en waarmee de beelden zo zijn weergegeven.
Schrijf een nieuwe tekst bij de afbeelding.
Met de Archaïsche stijl word de periode van uit de late zevende eeuw tot begin de vijfde eeuw aangegeven. Deze term word gebruikt om een onderscheid te maken uit de daarop volgenden klassieken periode. De beelden uit deze periode zijn meer gevoeliger en menselijker dan uit de periodes daarvoor. De Egypte naren hebben een grote invloed gehad op de beeldende kunst van de Grieken. De Grieken zagen in Egypte de verschillenden beeldhouwkunst en architectuur van steen. Niet dat de Grieken dit hebben gekopieerd maar gebruikte deze wel als voorbeelden en stimulans. Ook is bijna zeker dat de Grieken de technieken van het bewerken van steen overnamen en deze toepasten op hun marmer, net als voortekening op het martiaal maken hebben de Grieken waarschijnlijk van de Egypte naren over genomen. De Archaïsche beelden bestaan uit de Kouros en de Koré. De Kouros ( 4.9) betekend jonge man. De kouros staat algemeen bekent als de Kouroi. In totaal zijn er meer dan honderd bewaard gebleven. Ze zijn in hoogte erg variërend. De kouros werd naakt afgebeeld. Dit omdat dan de verhoudingen van een menselijk figuur duidelijker zichtbaar waren.
Bij de Kouros word het gewicht verdeeld over twee benen die uit elkaar staan. ( alsof het beeld loopt). De romp is erg stijfjes. Het hoofd staat recht op de romp. De ogen kijken recht naar voren. De haren zijn strak naar achter gevlochten. De armen hangen stijfjes naast het lichaam en de handen zijn vuisten. Erg kenmerkend voor de Kouros is de glimlach. Hierdoor kunnen er verschillenden emoties geïnterpreteerd worden. Bij de Kouros ligt het accent op de brede schouders, het smalle middel, gespierde kuiten en boven benen en de ronde billen en dijen. De Kouros werden vaak in heiligdommen geplaatst, naast hun vrouwelijkere versie de Koré (4.8). Doordat de Kouros een jongen naakte man is kan deze zowel een god ( de goden hebben een eeuwige jeugd) als een menselijk figuur uitbeelden, atleten. Volgens wetenschappers waren de beelden beschilderd, dit is nog te zien op de Korés
De Koré is de vrouwelijke tegenhanger van de Kouros. Koré staat algemeen bekent als de Korai ( meisjes) In tegenstelling tot de naakte Kouros draagt de Koré een gewaad. Hierop zijn nog vele schilderingen te herkennen. Ook de Koré was een stijf figuur met een herkenbare glimlach die ook op de Kouros word aangetroffen. Haar haren zijn net als bij de Kouros naar achter gevlochten met naar voren twee vlechten die over haar schouders heen vallen. Sieraden en de geplooide gewaden geven een modieuze uitziende vrouw weer. De invloeden lijken te komen van de ivoren beeldjes uit het Nabije Oosten. Dit alles zorgt voor een hele nieuwe vorm van beeldende kunst, waarop latere beelden zijn geïnspireerd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten